Reisverhaal: Stelvio juni 2018
Reisverhaal: Stelvio juni 2018
Jarenlang stond deze ploert al op mijn verlanglijstje om te doen, de Stelvio. Als ik zelf niet zo’n enorme hekel had om verre afstanden te rijden met de auto, was ik al jaren eerder gegaan om deze puist te beklimmen. Ik had ook al wat jaren op rij mensen uit ons fietsclubje mee gevraagd, maar de meeste waren niet zo enthousiast. Je kunt wel elk jaar uitstellen, maar elk jaar wordt je ook ouder en gaat de conditie ook een beetje achteruit, tenminste wel in mijn leeftijdscategorie.
Na wat gegoogle voor andere mogelijkheden om daar zelf niet heen te hoeven rijden, kwam ik al gauw uit bij Wielerbus. Wat verhalen gelezen op hun site, info aangevraagd en ik werd steeds enthousiaster. Ze organiseerde zelfs drie reizen in 2018 naar de Stelvio. Na enig onderzoekswerk kwam de eerste reis, die eind juni vertrok, het beste voor mij uit. Tussen Kerst en Oud en Nieuw 2017 ging de spreekwoordelijke kogel door de kerk en hebben mijn fietsmaat en ik ons ingeschreven voor de Stelvio-reis van Wielerbus.nl. Toch wel fijn dat er nog één man meer mee gaat die ik ken.
Natuurlijk moeten er dan wat plannen worden gemaakt wat betreft ritten enz. Na de ‘zware tafeldagen’ rond Kerst en Oud en Nieuw eerst maar eens even op die weegschaal gaan staan. Er kwamen ongekende cijfers op het display te staan. Dit kan zo niet langer en het plan om in 2018 een boel af te vallen werd alleen maar versterkt. Tussen 1 januari en 27 juni is het me toch gelukt om er zo’n 13,5 kilo af te krijgen. Zo, dat scheelt toch al ruim een halve zak cement die minder de berg op hoeft. Ook werden er diverse ritten gefietst in o.a. Zuid-Limburg, de Grand Fondo Rosa tocht en 2 weken voor vertrek naar Nauders in Tirol, het jaarlijkse weekendje weg Ardennen. Hier ook 3 stevige ritten gefietst met in totaal zo’n 5500 hoogtemeters. In combinatie met ± 2750 km op de teller dit raceseizoen zou dit dan de basis moeten zijn om deze ploert te bedwingen.
Woensdag 27 juni
Ik had de hele dag vrij genomen zodat ik alles goed bij elkaar kon scharrelen voor de reis naar Oostenrijk. Het leek wel of ik weken lang weg bleef. Maar ja, het kan daar op dat drielandenpunt alle kanten heen gaan met het weer. Je hebt dus van alles nodig: winterpak, herfstpak, zomerpak enz. Ook nog wat lampjes gekocht voor op de racer want het kan daar zelfs donker worden.
Mijn maat zou mij rond 19.00 uur op komen halen om samen richting Eindhoven te gaan waar onze opstapplaats was voor de Wielerbus. Rond 18.30 uur een belletje, zijn auto kreeg hij niet aan de gang, waarschijnlijk accugevalletje. Acuut moest er een ander plannetje worden gemaakt. Dan maar zelf rijden en mijn vrouw kon de auto weer terug rijden. Nou, dat begon al lekker. Maar eenmaal op P+R Meerhoven aangekomen, ging het toch allemaal op rolletjes lopen.
Er stonden al diverse mensen uit alle windhoeken (zelfs uit België) te wachten op de bus, die netjes mooi op tijd verscheen vanaf Utrecht. De aanhanger werd geopend en via een vernuftig systeem werden alle racefietsen netjes in de aanhanger gezet, niks wielen er uit, gewoon compleet met bidons en zadeltasjes in de bus. En alle fietsen werden goed beschermt via kussens op een stok, zag er goed uit. Er stond minstens voor een paar knaken in de aanhanger.
Plek gezocht in de bus en karren, al gauw genoeg raak je aan de praat met diverse mensen. Ook niet zo moeilijk want ze hebben allemaal dezelfde hobby en gaan ook nog eens allemaal dezelfde kant op. De sfeer voelde al meteen goed. Dan het slapen in de bus, dat zag ik van tevoren niet zo zitten en dat bleek ook zo te zijn. Heeft niets met de bus zelf te maken, deze is heel luxe uitgevoerd, je kunt de stoel naar links schuiven en naar achteren kantelen en er is ruimte genoeg voor je benen. Dat slapen is gewoon een persoonlijk dingetje. Er waren diverse mensen die geen moeite hadden om te slapen. Echt geslapen heb ik dus inderdaad niet, maar wel wat weg doezelen zo af en toe. Onderweg zijn we nog 2 keer gestopt om de beentjes te strekken en om naar de wc te kunnen gaan, ook Pim (organisator, chauffeur) moest zo af en toe verplicht stoppen.
Donderdag 28 juni
Vroeg in de morgen rezen de bergen op langs de kanten van de weg. We waren inmiddels in Oostenrijk en de bergen werden hoger en hoger. Ook waren we al een tijd van de snelweg af en reden we over grotere binnenwegen met diverse haarspeldbochten. Om 7.45 uur arriveerden we bij het viersterren hotel Regina in Nauders, wat voor de komende vier dagen ons verblijf zou zijn.
We konden al meteen aanschuiven voor het ontbijt, dat was wel lekker na zo’n lange rit. De kamers waren ook al klaar, mijn maat en ik kregen zelfs een appartement i.p.v. een aparte hotelkamer. De spullen werden ingeruimd en om 10.00 uur werden we bij de bus verwacht om gezamenlijk een gewenningsrit te fietsen, je kon kiezen uit een korte en langere rit, eenmaal onderweg kon je dit beslissen. Mijn maat en ik kozen voor de korte versie, we wisten de afstand, we wisten de hoogtemeters en toch was het wat spannend wat de rit ons zou brengen. Nou, dat was een hele mooie omgeving, al gauw genoeg passeerde we de Italiaanse grens. De rit ging richting de Reschensee, gedeeltelijk over fietspaden.
Een prachtige bochtige afdaling volgde, even keek ik op mijn tellertje, ik verschoot er van, het ging hier gewoon al 65 km/uur. Voor het gevoel ging het niet zo hard. Toen volgde de terugweg en niet normaal, een bijna orkaanwind stond recht op de Nederlandse en Belgische snuiten. En het traject ging ook nog eens behoorlijk omhoog, soms tikte het zelfs zo’n 12 % aan. We werden zowat van de fiets afgeblazen, opnieuw opstappen vergde een circuskunstje. Heel de rit werd er keurig op elkaar gewacht als dit nodig was.
Op de terugweg zagen we ook het wereldberoemde kerktorentje dat in het water staat, helaas stond het nu wel droog. Verder hebben we rustig uitgefietst met schitterende uitzichten. De eerste rit zat er op, de kilometers vielen iets minder uit (48 km), maar de rit was prachtig en we vonden het een ideale voorbereiding voor de rit van vrijdag: D-day. Na het opfrissen een wandeling gemaakt door Nauders, de buurtsuper bezocht en ’s avonds om 19.00 uur begon het gezamenlijk diner, dit was ook goed verzorgd.
Tijdens het diner even het praatje van Pim over de plannen voor morgen, want dan ging ieder op zijn eigen manier de Stelvio beklimmen en vooral genieten. Nog wat WK voetbal kijken en op tijd onder de lakens want de volgende dag zou wel eens een zware dag kunnen worden.
Vrijdag 29 juni
Redelijk kunnen slapen gelukkig. ‘s Morgens aan het ontbijt om 7.45 uur heerste er een kille stilte. Iedereen was zich volgens mij mentaal aan het voorbereiden om die ploert die vandaag op het programma stond te overwinnen. Het was D-day, de dag dat we de Stelvio mochten beklimmen, eindelijk na al die jaren lag hij bijna voor de wielen. Tijdens het ontbijt weer het dagelijkse ‘Pimpraatje’, hem was het ook al opgevallen dat er een gezonde ‘stille’ spanning hing tijdens het ontbijt.
Omkleden en om 9.00 uur werd de groepsfoto gemaakt van de Stelvio reis deelnemers. Daarna mocht ik het stalen ros beklimmen en ging het richting Prato. Het kleine busje stond in Glorenza, we hadden nu zo’n 30 km gefietst. Hier konden we kleren in de bus leggen zoals arm- en beenstukken enz, ook nog wat proviand aanvullen enz. Alles was mogelijk. Er waren ook nog wat mensen met een lekke band onderweg hiernaartoe. Van hieruit nog een paar kilometer vlak fietsen voordat we mochten beginnen aan de klim der klimmen: Passo dello Stelvio oftewel Stilfserjoch.
Was mij wel even onduidelijk wanneer nou de klim ‘officieel’ begon. Wel wat strepen op de straat zien staan maar als er dat meerdere zijn, weet ik het ook niet. Wel wist ik dat de klim 24,6 km lang was. Op een t-splitsing in Prato mochten we rechtsaf, daar meen ik een richtingaanwijzer gezien te hebben met de mededeling dat we nog 26 km mochten fietsen tot de top, nog eventjes en ‘It giet oan’.
Hier ging het al flauwtjes omhoog, het was warm, alle medereizigers waren inmiddels verspreid op de route. Zo nu en dan sjeesde een lokale renner voorbij, die waren kennelijk beter gewend hier te fietsen. Het was warm, de zon scheen meer en meer op de helm met Italia kleuren. Zachtjesaan verlaten we Prato, links verschijnen er rotswanden, rechts een kabbelend riviertje, ik fiets het eerste stuk op met een dame, ook uit het Wielerbus gezelschap.
Wat een prachtige omgeving zeg, het kon bijna niet, maar het leek mooier en mooier te worden. De weg begon stilletjes aan, heel geniepig, steiler te worden vanaf een open tunnel. Vlak hierna een haarspeldbocht met het ‘grote’ getal 48 er op. Bocht 47 volgt snel, maar dan duurt het even tot bordje 46.
Ja, en dan fiets ik hier, de beklimming waar ik al lang naar had uitgekeken, mijn postuur is niet echt model klimmer, maar ik geniet er wel van, daar gaat het voor mij tenslotte om. Dat ik dan, vind ik van mezelf, een enorm doorzettingsvermogen heb is mooi meegenomen. Dat kun je in deze regio goed gebruiken. Ik besluit om zo nu en dan een foto te maken. Natuurlijk zou ik in één keer omhoog kunnen fietsen. Moet dat; nee, moet ik mezelf bewijzen; nee. Genieten, genieten en nog eens genieten. Je kom hier tenslotte niet elke dag en nu ben ik toevallig toch hier. Dus nog een kiekje van bijna bochtje 27:
Naarmate je hoger komt, wordt het natuurlijk frisser. Dat vond ik helemaal niet erg, heerlijk zelfs. Ook merk je wel dat de lucht wat ijler wordt, ik kon het een beetje merken aan mijn praten. De vooraf vaak gemelde opmerking van je moet eigenlijk een paar dagen wennen aan het klimaat, viel voor mij dus wel mee.
En dan zijn we op het punt dat de bomen links en rechts ineens ophouden. Dit is zo’n beetje bij bocht nummer 24. Je begeeft je in een enorm groot landschap. Mijn min of meer vorm van hoogtevrees begint nu toch wel een klein beetje op te spelen.
In de verte zie ik de wereldberoemde weg al naar boven kronkelen. Links ook een enorme partij rotsen, machtig mooi. Eerst nog wat kronkelen naar de rechterkant, dan kom je bij het huis uit dat je boven op de top kunt zien als een klein puntje. Dan kom je nog weer eens aan de voet van het laatste, doch steile zigzag gedeelte, ik besluit om nog even een plaatje te schieten en in één keer door te harken naar de top.
Onderweg ook nog even gesproken met een Ier, die had zelfs nog een hoop bagage bij. Mooi, allemaal mensen met hetzelfde doel, de berg brengt mensen tot elkaar. Het kan nog. Hier is het genieten ten top, het is zwaar maar de daadwerkelijke belevenis maakt veel goed. Af en toe kijk ik eens voorzichtig over het kleine muurtje, ik zie het huisje kleiner en kleiner worden, de bochten volgen nu sneller elkaar op, ik passeer een Wielerbus-vriend, hij kreeg een krampaanval net zo rond de 2,5 km voor de meet.
Eventjes later was ik de pineut, ook een krampaanval, maar ik beslis voorzichtig door te fietsen, net of het al heel hard omhoog ging ha ha. Daar is het verlossende bord met het getal 1 er op, de laatste haarspeld mocht genomen worden. Het laatste stuk is gelukkig wat vlakker, aan de linkerkant staat Pim foto’s te maken, mooi. Het wordt steeds drukker naar de top toe, de geur van bratwurst mit sauerkraut komt je al tegemoet. Ik fiets een stukje door tot ik de officiële streep zie, ook zie ik heel veel tevreden gezichten.
Meteen zoek ik het Bormio/ Passo dello Stelvio bord maar op en vraag aan de eerste de beste persoon die in de buurt staat of hij wat foto’s wilde maken. De Zwitser wilde dit natuurlijk wel doen. Ik was eigenlijk helemaal niet moe, natuurlijk voelde ik wel wat in de beentjes, maar de basisconditie blijkt toch heel goed te zijn. Nou alleen maar fijn, toch.
Even een plekje zoeken om mijn Chesini neer te zetten, 2 cola kopen, toen een stukje omlaag gegaan om wat foto’s meer te maken van de imposante kronkelweg naar boven in het eveneens imposante landschap.
Nog even de lokale souvenirwinkel bezocht voor een Stelvio shirt en een kilometerpaaltje. Thuis staan er al twee van de Mont Ventoux en Alpe D’Huez, daar past deze dan ook mooi bij. Vervolgens het Wielerbus-busje opgezocht, natte bovenkleding uit, zuiver zweetshirt en shirt aan met lange mouwen, nog wat eten en drinken mee en nog een mini interview. Toch wel superfijn als je boven je eigen wat kunt verfrissen en omkleden, ideaal.
Met een paar mensen gingen we nu afdalen via de Zwitserse kant, de Umbrail. Erg fris in het begin, maar ook een supermooie afdaling, je kwam nu ook behoorlijk omhoog ploeterende fietsers tegen. Ook een ferme beklimming die Umbrail, zeg. Ook hier nog even gestopt voor wat foto’s en ook eens even aan mijn velg gevoeld of die daadwerkelijk warm was, want dat wordt ook vaak gezegd dat dit kan tijdens zo’n lange bochtige afdaling. Vooral niet fijn voor carbon wielen, ik heb aluminium wielen en vond het wel mee vallen.
Verder dus weer met afdalen, onder in het Zwitserse dorp Santa Maria stonden al wat meer mensen te wachten, ook omdat hier een belangrijke afslag was op de route. Prachtig dorpje overigens. Toen de groep er was weer samen vertrokken. Vanaf de top van de Stelvio was het ongeveer 30 km tot de bus, eerst de pittige Umbrail afdaling en dan nog licht glooiend afdalen tot de grote bus die in Glorenza stond. We arriveerden dus met een vrij grote groep.
In Glorenza zaten er al een paar op het terras wat eten en drinken te nuttigen, sommige van de groep sloten zich hierbij aan en de rest ging lekker op de parkeerplaats uitrusten. Buschauffeur Pim moest nog met het kleine busje vanaf de Stelvio terug rijden naar de parkeerplaats in Glorenza. Ook waren er nog bikkels die op de fiets verder gingen richting Nauders, knap hoor, er zaten nog vervelende stukken wind tegen- en berg op in.
Op de parkeerplaats vertelde zowat iedereen zijn verhaal en belevenis, mooi toch. Daar was Pim, fietsen in de aanhanger, mensen in de bus en kakelen. ‘Wat zijn jullie druk’, grapte Pim door de microfoon. Dat klopte, er was gewoon een spanning bij iedereen afgevallen en de meeste waren gewoon enthousiast.
Het was toch wel fijn dat we met de bus naar Nauders terug konden. Het avondeten was vandaag iets later omdat er dus nog een paar mensen onderweg waren die helemaal tot Nauders terug fietsten. Ook bij het diner leek het wel een kippenkooi, een hoop gekakel, iedereen had schijnbaar nog adem over. ’s Avonds nog even een belletje plegen naar het thuisfront. Op tijd te bed want morgen stond er weer een pittige rit op het programma.
Zaterdag 30 juni
Om 7.45 uur stond het uitgebreide ontbijtbuffet weer voor ons klaar. Weer volop keuze voor iedereen. Om 9.00 uur werd er weer voor bij de bus verzameld voor de laatste rit. Er kon zoals elke dag gekozen worden uit diverse ritten. Ook zelf een rit fietsen mag natuurlijk, die laatste mogelijkheid werd ook gekozen door diverse mensen en groepjes. Mijn maat had er voor gekozen om het eerste gedeelte van de route van vandaag te fietsen en weer om te keren. Alles is mogelijk met Wielerbus.
Drie mensen kozen er voor om richting de prachtige Kaunertaler Gletscherstrasse te gaan. Ze hebben wel niet het superzware laatste gedeelte gefietst, maar wel tot het prachtige meer. De rest, dat nog best een grote groep was, ging richting Serfaus. In het begin van de rit de afdaling van de Norbertshöhe, die we op het laatst van de rit nog als afsluitende klim voor de wielen zouden krijgen. We gingen nu langs de Zwitserse/Oostenrijkse grens, over een wat grotere weg en later over een smallere weg door diverse pittoreske dorpjes.
Ook nu ontstonden er wat kleine groepjes, dat heb je toch als er verschillende niveaus in een groep fietsen. Het was vandaag nog warmer geworden, dat konden we goed merken toen we aan de klim naar Serfaus begonnen. Het ging vlak langs een witachtige stenen muur, poeh poeh warm, shirt helemaal open en klauteren maar.
De klim naar Serfaus is er ook eentje die er mag zijn, 9 km lang en 6,1 gemiddeld waarvan de eerste 5,5 km a 9 %, dat is toch zowat de helft van het laatste steile gedeelte van de Stelvio. Ook hier natuurlijk even een kiekje maken van een soort Teletubbie landschap.
Bovenaan in Serfaus nog even zoeken in welk restaurant de Wielerbusvrienden zich hadden verstopt en daar mooi aangesloten. De cola, cappuccino en apfelstrudel vlogen als zoete broodjes over de toonbank. Later sloten er nog meer mensen aan. We hebben daar een flinke tijd gezeten. Ook dit hoort bij de vakantie; lekker genieten onder het genot van een hapje en een drankje. Uiteindelijk ben ik met 4 mensen meer iets eerder vertrokken en fietsten we dezelfde weg terug. Eerst dus de afdaling in en toen weer door de knusse dorpjes.
Sommige hadden wat betere benen en waren eerder bij de slotklim van de Norbertshöhe. Deze klim is 5,5 km lang en gemiddeld 6,4 procent, een lekkere afsluiter dus. Ook hier 11 bochtborden van hoog naar laag. Bovenaan kon je al op Nauders uitkijken. Ik dacht: ‘nog één foto maken van de plek waar we een paar dagen hebben vertoefd’.
Mooi terug om 14.15 uur, even uitblazen, douchen en naar de buurtsuper om nog wat spulletjes te kopen. Mini-pizza naar binnen gewerkt en voor de buis om de middagwedstrijd te kijken voor het WK. Voor het diner werden de fietsen al in de aanhanger gezet zodat we dit in de vroege ochtend niet meer hoefde te doen. Een slimme zet.
Om 19.15 uur het laatste avondmaal (in Nauders). Natuurlijk hoorde daar het ‘Pimpraatje’ bij en voor het eerst had ik wat pilsjes bij het eten gepakt, dat had ik wel verdiend vond ik. Na de wedstrijd te bed want de volgende ochtend mochten we al om 5.45 uur bij de bus zijn zodat we om 6.00 uur konden vertrekken.
Zondag 1 juli
Ik had niet goed geslapen, de laatste spulletjes ingepakt en toen richting de bus. Alles verliep goed en de hoofden werden geteld in de bus om te kijken of er niet nog ergens één iemand lag te snurken in het hotel. Nee, ze waren er allemaal. De bus reed mooi op tijd aan richting Nederland. De terugreis was begonnen.
Het eerste gedeelte van de terugreis was Pim lang doorgereden, zodoende lagen we goed op schema. Onderweg mochten we genieten van het ontbijt. We hadden voor iedereen broodjes en drank meegekregen om onderweg te nuttigen. Ook nu konden we genieten van de prachtige omgeving. Even nog vanwege een file wat anders gereden. Gestopt bij een grote parkeerplaats, wat een drukte van jewelste en dat voor een zondag. Ook werden de bingokaarten voor de dag gehaald om busbingo te spelen, je kon diverse prijzen winnen. Ook kon je nog wat films kijken.
Nederland kwam dichter- en dichterbij. In Kerkrade bij het stadion van de plaatselijke club werd één deelnemer van de Stelvio-reis afgezet en stond de volgende Wielerbus medewerker klaar om Pim af te lossen met chauffeuren, hij had zijn uren gemaakt. Nu ging het richting Eindhoven waar heel veel mensen uit zouden stappen. We waren er mooi om 17.00 uur, ruim voor op het schema. Tijdens het uitladen van de bagage en de racefietsen werd er flink handen geschud en afscheid genomen van elkaar. Toch mooi, je kent elkaar nauwelijks en dankzij zo’n reis, in dit geval de Stelvio reis, bouw je in korte tijd toch een redelijk hechte band op met elkaar.
Fietsen verbroederd, Wielerbus verbroederd.
De bus vertrok met nog een paar mensen richting Utrecht, dit was ook de eindbestemming van de bus. Een vriend van ons kwam ons ophalen. De reis waar ik (eigenlijk al jaren) naar uit had gekeken zat er op. De Stelvio was bedwongen, het was goed gegaan, ik was zeer tevreden. Een paar dagen mogen fietsen in een zeer mooi landschappelijk decor met een prettig gezelschap. Het was een zeer mooie ervaring.
Iedereen bedankt voor deze onvergetelijke reis. Speciaal dank aan alle Wielerbus medewerkers voor alle goede hulp en zorgen. Het is een echte aanrader om met Wielerbus.nl op vakantie te gaan. Je waant je eventjes net een echte wielrenner, alles wordt geregeld, je hoeft alleen maar te eten, drinken, rusten, slapen en oh ja, ook niet onbelangrijk, af en toe eens een stukje te fietsen.
Tekst: Riny Vogels
Foto’s Riny Vogels
Tags : Nauders, Oostenrijk, reisverhaal, reisverhalen, Stelvio
Share on:
Share Tweet Share Share Pin it