De boom schudt zelf in Parijs Roubaix

De laatste dagen begon het echt te kriebelen. De stroken met keien riepen om aanval, afbraak, overwinning! Ik kon het dan ook niet laten om vier strookjes vooraf te nemen in het Brabantse landschap in de ochtend voor vertrek.

Met de wetenschap dat 6 bar voldoende was om de Watertorenstraat in Dongen te trotseren, stopte ik de laatste bidons in mijn tas en liet me met gezinsluxe vervoeren naar de plaats van vertrek. Een dikke kus en een paar keer zwaaien en toen was het tijd om te vertrekken.

De fietsen werden zorgvuldig in de aanhanger van de wielerbus geplaatst. Iedereen tevreden en gerust over zijn trouwe fiets. Met een wielerfilm over de Mont Ventoux en het delen van wieleravonturen was de reis naar het hotel zo voorbij. Een heerlijke avondmaaltijd met een glas rode wijn voor de beentjes was genoeg basis om de volgende ochtend zeer vroeg op te staan.

Man wat een nachtuilen! Koud! Slaperig! Maar wat een vooruitzicht! Parijs Roubaix! Eindelijk! Na een rommelig vertrek door verslapen hotelpersoneel vertrokken we naar de start. Langzaamaan werd iedereen wakker en de eerste voorspellingen werden gedaan. Welke strook gaat het zwaarste worden? Wie is het eerst binnen? Wie het laatst? Stoppen om te eten en rusten of sanitair en door? Gaan we in korte broek of kleden we ons warm aan? 172 kilometer is niet niets. Zeker niet als we praten over meer dan vijftig kilometer kasseien.

De organisatie van deze tocht was in elk geval erg goed. Aan de lopende band werden enveloppen uitgedeeld met startnummer, chip en routekaartje. Grapjes over startgeld waren natuurlijk op zijn plaats. Een laatste foto voor vertrek en gas op de lolly!

13,5 kilometer zou het duren voor de eerste strook. Die kilometers waren kort, precies genoeg om op te warmen. De eerste strook zorgde er bij mij dan ook voor dat ik mijn eerste bidon al kwijt was. Juist voor strook twee kon ik nog een paar slokken nemen uit mijn tweede bidon en daarna was het overleven geblazen wat drinken betreft. Nummer twee lag op de keien. Stoppen? Dat zat er niet bij. Veel te gevaarlijk en bijna kansloos om weer door te kunnen.

‘Genieten’ is het woord dat ik nu voor de Hel van het noorden heb. ‘Nooit meer!’ Waren de woorden die ik zaterdagavond thuis zei. Intussen is mijn mening bijgeschaafd naar ‘wie weet’ en ‘het was een bijzondere ervaring’. Maar wat heb ik afgezien in la Reine des Classiques. Waar men niet aan de boom hoeft te schudden om renners te lossen, maar juist de boom zelf schud aan de renners. Links en rechts vlogen bidons, binnenbandjes, fietspompen en zelfs renners met fietsen om me heen in het bos van Wallers-Arenberg. Wat een draak van een strook is dat! Stuiterend van steen naar steen kroop ik na een valpartij voor mijn neus naar het einde toe. Ik was tevreden over mijn bandenspanning, blij met de goede vorm, maar toch ook bang om onderuit te gaan.

En toen gebeurde het. Ik reed bovenop het zogenaamde bultje van de strook. Natte keien lieten me al wat heen en weer glibberen. Opeens kwam mijn achterwiel me voorbij. Ik besloot maar gewoon te blijven sturen in de richting waar ik naar toe wilde. Toch kwam ik tot stilstand, maar viel niet. Twee toeschouwers stonden te klappen. ‘Stelletje grapjassen! Kijk eens hoe ver die strook nog is!’, zei ik met een lachend gezicht. ‘Mooi herstelt!’, was het klopje op mijn schouder dat precies genoeg vering gaf om even later als held van de strook linksaf te slaan. Meteen de druk op de pedalen, hielen naar beneden, snelheid erop en gaan. Nog meer stroken af te werken!

De tel raak je toch kwijt, al zijn het er slechts 27. De tijd raak je ook kwijt. Het aftellen van de kilometers niet en het graaien naar lekkers bij de revitaillering, daar maakte iedereen zich aan schuldig. Ondanks het kwijtraken van twee bidons heb ik het goed vochtig gehouden. Hier en daar waren er ook renners die wat te drinken aanboden. ‘Raap er een op voor een ander’, was dan ook een mooi motto om de dag door te komen.

5 uur 48 minuten later had ik alle stroken afgewerkt. Trots op dit resultaat genoot ik op de terugweg van een biertje in de wielerbus.

Wat de organisatie betreft zeker een aanrader. Wat de koers betreft. Wees goed voorbereidt. Zorg voor een degelijke conditie en goed materiaal, want wat heb ik er veel verdrietig langs de kant zien staan.

Voor mij? Intussen durf ik de woorden ‘voor herhaling vatbaar’ al te gebruiken.

Geschreven door: Wiebe de Jong

Wiebe, geboren in 1977 in het smokkeldorp Baarle-Nassau. Woonachtig in Tilburg. Getrouwd in Spanje. Schrijven en fietsen is voor mij een geweldige combinatie. Zo nu en dan mag ik ook heel graag lekker koken, klussen of heerlijk in de tuin aanmodderen.

Website: https://tallsay.com/wiebe-de-jong